s t r i j k s t o k k e n

Met een viool kun je enorm variëren in klanken en kleuren. Daardoor is de viool zo'n gigantisch prachtig en veelzijdig instrument. Die klanken bereik je door verschillende manieren van spelen: legato, détaché, martelé, spiccato, sautillé, ricochet, tremolo, met veel of weinig druk, met veel of weinig streek, met veel of weinig haar, aan de punt, aan de slof of in het midden, of met het hout. De mogelijkheden zijn schier onuitputtelijk.

Maar onder één voorwaarde: een goede strijkstok. En een goede strijkstok is een stok uit het goede hout. Voor een moderne stok is dit
p e r n a m b u c o,   uit de gelijknamige provincie in Brazilië. Een 'moderne' srtrijkstok is een stok, zoals die sinds de 19e eeuw gemaakt worden. Deze stok is ontwikkeld door de fransman Francois Tourte (1748 - 1835), 'de Stradivarius onder de stokkenbouwers'. Voor de (oudere) barokstokken werd letterhout gebruikt, ook slangenhout genoemd.

Een aan pernambuco verwante soort is brazielhout. Dit hout is leverancier van een rode kleurstof en dit werd in de middeleeuwen uit Oost-Azië naar Europa ingevoerd. Om de kleurstof te verkrijgen werd het hout geraspt tot fijn stof. Een ongezond klusje, dat meestal gedaan werd door gevangenen in een rasphuis.

Rond 1500 ontdekte men in Brazilië de houtsoort pernambuco, die vrijwel dezelfde kleurstof oplevert en daarom óók brazielhout werd genoemd. Hieraan ontleent het land Brazilië zijn naam. Het Oost-Aziatische brazielhout wordt naast pernambuco wel gebruikt voor (minder dure) strijkstokken. Ook worden strijkstokken gemaakt van koolstof-vezel, oftewel carbon fiber. Maar of deze de kwaliteit van pernambuco stokken kunnen evenaren, dat is een mooi onderwerp om van mening over te verschillen.

Dan is er nog een stukje van de stok dat in dit betoogje niet vergeten moet worden: de slof. De slof is meestal gemaakt van ebbenhout, aan de zijkanten versierd met een parelmoeren ogen.


w=1

w=2

w=3

w=4

w=5