Uit welk hout - inleiding



Of: uit het juiste hout gesneden.

Bomen groeien in alle windstreken en alle klimaten. Van extreem koud tot extreem heet, windstil tot orkaan, nat tot droog, kalkachtig tot zuur. Om te overleven in al die veschillende omstandigheden hebben bomen zich gespecialiseerd in allerlei verschillende verdedigingstechnieken. Voorbeelden daarvan zijn inhoudsstoffen, giftig voor ongedierte. Of een isolerende, brandwerende schors. Heel licht of juist heel zwaar, star of flexibel, dicht of poreus, kort en gedrongen of juist heel lang en hoog.

Allemaal eigenschappen die we zo'n beetje cadeau krijgen als we het hout van die bomen benutten. Sinds mensenheugenis weten we die eigenschappen uit te buiten. Dit heeft tot allerlei zeer specifieke toepassingen geleid. Gereedschappen, hulpmiddelen, werktuigen die juist van die ene bepaalde houtsoort gemaakt worden, en van niets anders. Zelfs nu zijn er nog allerlei eigenschappen, of combinaties van eigenschappen, die in kunstmatig gefabriceerde materialen niet of nauwelijks te evenaren zijn.

In dit hoofdstuk verzamel ik daar voorbeelden van. En er zullen er nog heel wat bijkomen.



w=1

w=2

w=3

w=4

w=5